Behandeling van uitzaaiingen
Na de verwijdering van de primaire tumor kunnen uitzaaiingen worden vastgesteld. Dit kan direct na de operatie zijn, maar ook veel later, nadat er jarenlang geen teken van GIST is waargenomen. Op dat moment zal weer imatinib worden voorgeschreven, meestal 400mg per dag, maar afwijkende dosering is mogelijk, bijvoorbeeld in het geval van een KIT exon 9-mutatie, waarbij 800mg gebruikelijk is.
Imatinib is het eerstelijnsmiddel bij uitzaaiing van GIST, omdat dit middel meestal de beste resultaten geeft. Sommige patiënten gebruiken het al meer dan tien jaar zonder dat hun uitzaaiingen zich verder ontwikkelen. Bij anderen slaat het echter niet aan of treedt na verloop van tijd (soms maanden, soms jaren) toch weer tumorgroei op. In dat geval kan de dosis worden verhoogd of kan er worden overgestapt op sunitinib, het tweedelijnsmiddel, en vervolgens op regorafenib, het derdelijnsmiddel.
Bestraling van tumoren werkt niet bij GIST, tenzij er botmetastasen zijn, maar dit is bij GIST erg zeldzaam.
Ook het operatief verwijderen van metastasen is niet erg gebruikelijk, zeker zolang imanitib of sunitinib hun werk doen. Recent onderzoek suggereert dat in bepaalde specifieke gevallen opereren echter ook dan zinnig zou kunnen zijn.
Zie ook het artikel van Dr. Kees Verhoef e.a. hierover in ons Magazine.
Therapietrouw
Het is cruciaal om de voorgeschreven medicatie op gezette tijden in te nemen en geen dag over te slaan. Het gebruik van een medicijndoosje of het zetten van ‘de wekker’ op een mobiele telefoon kan helpen herinneren aan het moeten innemen. Ook als men zich goed voelt, moet het geneesmiddel toch elke dag en op regelmatige tijdstippen ingenomen worden!
Ga bij ontmoedigd raken door bijwerkingen op tijd met de arts praten. Vaak kan deze maatregelen nemen om de bijwerkingen te verzachten. Daarnaast zijn er op patiëntenfora (Life Raft Group en Gist Support International) vele tips te vinden van medepatiënten.
Bijwerkingen van imatinib, sunitinib en regorafenib
Hoewel dus aanzienlijk minder dan bij chemotherapie het geval is, kunnen ook bij het gebruik van imatinib, sunitinib en regorafenib bijverschijnselen optreden. Deze mogelijke bijverschijnselen staan vermeld op de bijsluiter van deze middelen. Het verschilt sterk van patiënt tot patiënt welke daarvan daadwerkelijk ervaren zullen worden en in welke mate.
Het lichaam heeft vaak tijd nodig om aan een middel te wennen en na verloop van tijd worden de bijverschijnselen meestal minder of zijn beter te verdragen. Als de bijwerkingen blijvend te zwaar zijn voor een patiënt, dan zal het team van artsen een verandering van de dosis of van het medicijn overwegen.
Radio Frequente Ablatie (RFA) en Microwave Ablatie (MWA) bij uitzaaiing in de lever
In geval uitzaaiingen in de lever die niet of slechts deels operatief verwijderd kunnen worden dan kan een RFA-behandeling soms uitkomst bieden.
RFA wordt toegepast bij het bestrijden van nier-, lever- en longtumoren, tevens kan de techniek gebruikt worden bij borst-, prostaat- en botkanker. Met radiofrequent wordt ‘het gebruik maken van energie uit radiogolven’ bedoeld. Ablatie staat voor ‘verwijdering’, waardoor radiofrequente ablatie verwijdering door middel van de energie van radiogolven inhoudt.
Bij een RFA-behandeling worden de tumorcellen door middel van elektromagnetische straling kortdurend sterk verhit, waardoor deze afsterven. De tumorcellen worden feitelijk niet verwijderd maar uitgeschakeld waarna het lichaam zelf de afgestorven cellen opruimt en er uiteindelijk alleen een litteken overblijft.
Met RFA wordt een naald door de huid heen in de tumor of uitzaaiing gebracht. De naald wordt beeld gestuurd ingebracht met behulp van echografie of een CT-scan en aangesloten op een generator. Deze generator laat de cellen trillen. Met de warmte die door de trilling ontstaat, worden de cellen kapot gekookt.
Voor een behandeling met RFA mag een tumor niet groter zijn dan 3,5 centimeter doorsnede. RFA is vooral geschikt voor patiënten die geen chirurgische behandeling meer kunnen ondergaan door gezondheidsproblemen zoals hart-, vaat- en longziekten. De behandeling wordt onder plaatselijke verdoving uitgevoerd door een interventieradioloog.
Niet iedereen kan deze behandeling krijgen. Overleg met uw arts of RFA bij u kan.
Microwave Ablatie (MWA)
Een andere vorm van warmte-ablatie is MWA. Hierbij wordt de tumor ook verhit, maar dan met behulp van microgolven in plaats van radiogolven.
Tumoren met een doorsnede van meer dan 3,5 cm kunnen door middel van MWA worden behandeld. Bij MWA wordt er ook met een naald door de huid in de tumor geprikt. In plaats van radiogolven worden er microgolven toegepast, waardoor er een groter bereik wordt gecreëerd en de kans wordt vergroot dat grote tumoren effectief behandeld worden.